Bij het KVHV (het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond) geen grijze muizen, maar sterke karakters. Als traditionele studentenvereniging biedt het Antwerps Verbond sinds 1973 veel meer dan doorsnee faculteitsclubs, zonder het studentikoze uit het oog te verliezen. Ongeacht jouw studierichting ben je meer dan welkom om je aan te sluiten. Ieder KVHV-lid wordt gevormd in de conservatieve, katholieke, Vlaams-nationalistische geest. We overstijgen bewust de partijpolitiek, doch richten onze blik complexloos naar rechts.


Het KVHV is een Vlaamse studentenvereniging in de ruime zin van het  woord. Onze werking is afgestemd op enkele grondslagen waaraan wij al sinds onze oprichting in 1902 aan houden.  

Wij zijn ten eerste een Verbond van studenten aan universiteit of hogeschool. ‘Verbond’ duidt niet op het loutere feit dat we een vereniging zijn, maar benadrukt dat we intern een hechte kameraadschap handhaven, wat we als ‘verbondsbroederschap’ omschrijven. Deze kameraadschap uit zich in onze ontspannende activiteiten zoals de traditionele cantus, maar gaat ook verder na het afstuderen.  

Ten tweede vinden wij inhoud belangrijk. Het KVHV is niet los te zien van haar ideologische principes. Zo vinden wij dat Vlaanderen een onafhankelijke staat moet worden in het Europa van morgen, los van België. Alleen staatkundige onafhankelijkheid is daarbij onvoldoende, het benadrukken van een eigen Vlaamse identiteit,gevormd uitgedeelde normen en waarden en een gemeenschappelijke cultuur,vinden wij dan ook onontbeerlijk. We noemen ons daarom complexloos conservatief. Dat Vlaams-Nationalisme en conservatisme  geen eenduidige begrippen zijn is vanzelfsprekend, vandaar dat wij interne discussie hoog in het vaandel dragen, waardoor verschillende invullingen van onze principes aan het licht kunnen komen. 

Doorheen dit alles proberen wij een academische stijl te hanteren, die zowel geldt bij de lezingen, discussies en debatten die we organiseren, als de talrijke studentikoze activiteiten doorheen ons werkingsjaar. Op die manier proberen we onze idealen zo goed mogelijk naar buiten te brengen en de invloed ervan op het politiek debat te vergroten.


Onze beknopte geschiedenis

Studeren aan de UFSIA heeft studenten vaak geïnspireerd tot het oprichten van studentenverenigingen. Soms bleken het eendagsvliegen, maar sommige hebben op enkele decennia tijd een rijke traditie opgebouwd en kennen ook nu nog een bloeiende werking. Een daarvan is het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond (KVHV).Martin Decancq, het huidige hoofd van de Financiële Dienst van de UFSIA, stond in 1973 mee aan de wieg van het KVHV in Antwerpen.

Martin Decancq zat in zijn tweede kandidatuur toen hij voor het eerst in contact kwam met de groep studenten die het KVHV zouden oprichten. “De eerste keer kwamen we bijeen op een vergadering die door Lionel Vandenberghe – toen en nu nog hoofd van de studieadviesdienst van de UFSIA – was bijeengeroepen”, herinnert Decancq zich. “We waren met een twintigtal, ongeveer gelijk verdeeld over studenten uit de Rechten en uit TEW. Ons doel was om een soort debatclub op te richten, waar vooral over politiek in het algemeen en de Vlaamse kwestie in het bijzonder gediscussieerd zou worden. Die groep kon je grosso modo in drie delen. Je had de echte radicale hardliners, waar later de Nationalistische Studentenvereniging (NSV) uit zou ontstaan, dan had je de democratische Vlaams-nationalisten, en tot slot had je mensen zoals ik, die niet echt nationalistisch waren, maar wel een grote belangstelling hadden voor de Vlaamse kwestie.” Op die eerste vergadering – een stichtingsvergadering avant la lettre eigenlijk – kreeg de debatclub al een bestuur. Kris Barrezeele, een TEW’er die later in de journalistiek zou belanden en onder meer nog voor Alumni Nieuwsbrief schreef, nam plaats op de voorzittersstoel, Martin Decancq kreeg de centen onder zijn hoede – hij zou penningmeester blijven tot hij afstudeerde. Men had een bestuur, maar hoe het verder moest, dat was een andere vraag. Antwerpen kende een bloeiend studentenleven, maar voor een dergelijke club, die zich veeleer met politiek dan met “studentikoziteit” wou bezighouden, bestond er niet echt een referentiepunt. Lionel Vandenberghe suggereerde dat men contact moest opnemen met het KVHV in Leuven. “We werden daar heel goed ontvangen”, zegt Decancq, “in die zin dat ze ons toestonden de naam KVHV te gebruiken. Maar toen we vroegen om ons ook financieel te ondersteunen, bleek hun welwillendheid al een stuk minder groot.” KVHV bestond toen al meer dan 70 jaar en was in Leuven een gereputeerde studentenvereniging. Men wilde eerst zien wat die uit Antwerpen er van terecht zouden brengen vooraleer geld in hun vereniging te stoppen. Uiteindelijk kon Antwerpen met de hulp van een oud-student uit Leuven toch een startkapitaaltje losweken.

Studenten en politiek

De nieuwe KVHV-afdeling telde een vijftigtal leden, waarvan goed een derde als actief lid kon worden beschouwd. Hoofdactiviteit was het organiseren van debatten. “Ter extreem-linkerzijde hadden we op dat moment overigens een tegenhanger”, vertelt Decancq. “De Marxistisch Leninistische Beweging (MLB) was ook in Antwerpen actief. Die hielden zich voornamelijk bezig met ‘bijbelexegese’ van de geschriften van Marx, een uitvloeisel uit de geest van de jaren zestig. Politiek leefde meer onder studenten dan nu, maar je moet dat zeker niet overdrijven. Het hoogtepunt van mei ’68 – de studenten die de wereld gingen veranderen – lag toen al duidelijk enkele jaren in het verleden. Midden jaren zeventig was die politieke hausse al grotendeels weggeëbd.”
Het KVHV dobberde een tijdje voort als debating club, maar kwam voor het eerst echt in de belangstelling bij een bezoek van de koning aan de UFSIA. Het KVHV zette een protestactie op, en het ledenblad Tegenstroom werd op grote schaal onder de studenten verspreid. “Maar waar we echt meer studenten mee bereikten”, zegt Decancq, “was een actie in 1975 rond de toegankelijkheid van het meisjeshome in de Lange Nieuwstraat. Dat was naar de normen van nu een soort klooster waar de inwonende meisjesstudenten ’s avonds nauwelijks buiten mochten. We zijn toen bij zuster Van Melkebeke, die het home beheerde, op het matje geroepen: het kon toch niet dat een katholieke 15 studentenclub zo’n protest organiseerde. In ieder geval was onze naam onder de studenten toen wel gemaakt.” Naar aanleiding van die actie kwam ook de latere preses Bart Vandermoere, een student uit de Rechten, bij het KVHV. Onder zijn leiding groeide het KVHV uit tot een grote vereniging, en raakte ze ook meer op het studentikoze spoor. Decancq: “Van dan af kreeg je de klassieke activiteiten: cantussen, zwanenzang. We gingen petten en linten dragen en zo. En, niet onbelangrijk, we gingen onze werking uitbreiden naar studenten van de verschillende hogescholen die Antwerpen rijk is. Ons ledenaantal was rond die tijd gegroeid tot een goede 200 studenten. Niet alle studenten waren echter even geïnteresseerd in onze politieke werking, sommigen kwamen voornamelijk voor de studentikositeit.”

Scheiding der geesten

Die groei zorgde voor problemen met de meer radicale vleugel van het KVHV. “Het KVHV probeerde bewust het ultrarechtse vaarwater van een deel van de Vlaamse Beweging te vermijden”, legt Decancq uit. “Dat viel bij een deel van de leden niet in goede aarde. En daardoor kwam het in 1976 tot een scheiding der geesten met de radicale hardliners, die het spoor van de rest van het KVHV niet meer wilden volgen.” Uiteindelijk scheurde een deel van het KVHV zich af. Maar dat ging niet zonder problemen. Want wie mocht nu de naam KVHV verder gebruiken? Dat leidde tot een hele vaudeville, met onder andere een race naar het Staatsblad om als eerste de statuten voor de oprichting van de vzw KVHV gepubliceerd te krijgen. Uiteindelijk moest Leuven als scheidsrechter optreden, en daar trok men duidelijk de kaart van de democratische Vlaams-nationalisten. Resultaat was dat de extreemrechtse vleugel definitief met het KVHV brak en het NSV oprichtte. “Een dergelijke splitsing was onder andere ook nodig om onze onafhankelijkheid te bewaren. We hebben altijd geprobeerd te vermijden om in de invloedssfeer van partijen te belanden”, zegt Decancq. “Dat was een bewuste keuze, die niet altijd gemakkelijk te handhaven was, en ook niet altijd even gemakkelijk werd aanvaard door anderen. Men kleeft je zo vlug een partijpolitiek etiket op.” Ook in de academische wereld werd het KVHV niet zonder slag of stoot aanvaard. Decancq: “Voor sommige professoren kon het duidelijk niet dat je lid was van het KVHV, andere hadden openlijk sympathie voor ons. Maar dat is wellicht typisch voor een vereniging die zich Vlaams-nationalistisch opstelt. Veel mensen staan onverschillig tegenover de Vlaamse kwestie. Wie wel geïnteresseerd is, is ofwel uitgesproken voorstander of uitgesproken tegenstander van de Vlaamse Beweging. Het debat lokt altijd heftige emoties uit. Ook in eigen kring. Wij hadden soms zeer scherpe ruzies over ideologische kwesties. Dat over-emotionele heeft mij altijd wel wat gestoord.”

Bron: ALUMNI NIEUWSBRIEF FACULTEIT TEW VAN UFSIA: JAARGANG 8, NR 30, OKTOBER 2000


Onze stijl en traditie

Het KVHV is naast een politiek-filosofische ook een ‘kleurdragende’ verenging. Die kleurdracht is niet zomaar folklore: het is het leidende motief achter onze activiteiten. De traditie die wij volgen, beoogt een stijlvolle beleving van alle aspecten van het studentenleven, niet in het minst de kameraadschap (‘Verbondsbroeders/-zustersschap’).

Op activiteiten van het KVHV of activiteiten waar het KVHV aan deelneemt, worden de Verbonders geacht ‘Plenis Coloribus’, oftewel ‘in kleur’ aanwezig te zijn. Dit houdt het dragen van Verbondspet en clublint in. Onze kleuren zijn oranje, wit en lichtblauw (‘oranje-blanje-bleu’), de zogenaamde Prinsenvlag. Het is een verwijzing naar de culturele overeenkomsten tussen de verschillende Nederlandstalige gebieden. Deze kleuren komen vooral voor op onze Verbondsvlag en petten en linten. Met het dragen van deze kleuren drukt de Verbonder niet alleen zijn of haar lidmaatschap, maar ook zijn of haar conservatieve en Vlaams-nationalistische overtuiging uit. Het is als het ware de veruiterlijking van alles waarvoor wij staan.

De invoering van het gebruik van pet en lint in studentenverenigingen wordt doorgaans toegeschreven aan de Duitse ‘Corps’, die begin negentiende eeuw op geheel eigen hoofddeksels en schuin op de borst gedragen linten de verenigingskleuren begonnen af te beelden. Aanvankelijk was het model van pet voornamelijk een modeverschijnsel, maar op de duur werden de verschillende modellen gestandaardiseerd per vereniging.
In Vlaanderen waren eind negentiende eeuw vooral ‘blauwe’, ‘groene’ en ‘witte’ petten gangbaar bij studenten, vergelijkbaar met de modellen die nu nog aan de VUB gedragen worden. Het slonzige uiterlijk ervan (en het slordig omspringen ermee) lokte echter een tegenreactie uit. Zo werd in 1907 in Leuven onder impuls van Jef vanden Eynde, die praeses was van het ‘Vlaamsch Verbond’ (dat later ‘KVHV’ zou gaan heten), de ‘Gildepet’ ingevoerd. Het was een stijf model Duitse studentenpet, die in combinatie met het Verbondslint een symbool werd van stijlvolle kleurdracht én Vlaamsgezindheid. De Franstalige studenten behielden immers hun ‘calotte’, een wollen cilindervormige muts, waardoor het verschil in taalgroep vanaf dan ook veruiterlijkt werd.

In 1913 werd er overgeschakeld naar een model met afhangend bovenstuk. Na de verwoestingen die de Duitse invaller tijdens de Eerste Wereldoorlog in Vlaanderen had aangericht vond men het na de oorlog ongepast om nog een pet van Duitse oorsprong te dragen. Vervanging vond men in de ‘flat’, een zeer scheefhangende studentenbaret van Franse oorsprong, voor nog onbekende reden alleen in wijnrode stof geproduceerd. Omdat deze echter ook voorwerp van slordigheid bleek, voerde men in 1932 uiteindelijk de Verbondspet in, gebaseerd op het model van 1913. Twee jaar eerder hadden onder meer Mon De Goeyse en Hubert Melis enkele ‘besluiten’ gepubliceerd die zouden uitgroeien tot de clubcodex (‘blauwe bladzijden’), en die in teken stonden van een herwaardering van de stijl van de Vlaamse clubstudenten.
Nog steeds dragen wij deze Verbondspet in combinatie met een clublint, en zorgt de clubcodex voor de richtlijnen bij onze stijl. De algemene geest ervan is om zich naar een bepaalde etiquette te gedragen, zowel om het plezier deftig te laten verlopen als de onderlinge band tussen de leden van een studentenvereniging te versterken.

Naast onze kleuren hebben we ook nog een schild als symbool, dat wordt afgebeeld op de Verbondsvlag en het praeseslint. Ons schild bestaat uit drie velden.
Links (vanuit heraldisch oogpunt: rechts) staat de Vlaamse Leeuw afgebeeld, die ons Vlaams-nationalisme uitdrukt.
Rechtsboven (heraldisch: linksboven) de twaalf sterren van de Europese vlag op een blauw veld, verwijzend naar de Europese christelijke beschaving (Maria verschijnt immers in het boek openbaring met twaalf sterren en wordt vaak zo afgebeeld). In het midden daarvan staat een ‘Blauwvoet’, het symbool van de geëngageerde Vlaamse studentenbeweging.
Rechtsonder (linksonder) de plaaggeest Lange Wapper voor het Steen, beide symbolen van Antwerpen.

Een nieuw lid dat daartoe door het praesidium toegelaten wordt, wordt bij het begin van zijn eerste semester lidmaatschap gedoopt. Voor deze doop moet de kandidaat-‘schacht(in)’ enkele ludieke opdrachten volbrengen. Tijdens een cantus volgt de doopplechtigheid, waarbij de schacht de kleuren van het KVHV opgezet en omgehangen krijgt, met het lint over de linkerschouder om het onderscheid met de ouderejaars duidelijk te maken. Tijdens twee semesters dient de schacht zich te bekwamen in de studentikoze tradities en de inhoudelijke principes van het KVHV. Voldoet de schacht(in) hieraan aan het einde van zijn schachtentijd, en wordt dit bewezen tijdens het schachtenexamen, wordt hij/zij ontgroend tot ouderejaars.

De meest plechtige activiteit die we houden is de ‘cantus’, een gezellige avond waarop gezongen, gesproken en gedronken wordt. Het spreekt voor zich dat kameraadschap, spreekvaardigheid en humor hier centraal staan, en het bier slechts een ‘smeermiddel’ is. De clubcodex bevat alle bepalingen die dit alles op een tuchtvolle doch amusante wijze doen verlopen.

Ontdek hier een hele reeks liederen die we zingen op deze heuglijke, studentikoze avonden!

Scroll naar boven