Conservatisme is in de eerste plaats het eigen maken van een lange culturele en intellectuele traditie om erop voort te kunnen bouwen. Klassiekers lezen en zich de inhoud ervan eigen maken is dan ook hoofdzaak. Niettemin is het evenzeer belangrijk een goed beeld te krijgen van het conservatisme als politieke filosofie, zeker nu deze strekking nogal snel als etiket op bepaalde overtuigingen gekleefd wordt. In deze bibliografie hebben we met KVHV-Antwerpen dan ook getracht een selectie te maken van werken die zowel over het conservatisme gaan als het gedachtegoed verspreiden. Uiteraard hadden we meer dan dertig werken uit kunnen kiezen, maar met deze bibliografie zal ons inziens de voornaamste inhoud gedekt zijn. Dit met heel wat overlapping en links en rechts zelfs enkele uitschieters die slechts enkele raakvlakken hebben met het conservatisme. Tussendoor enkele absolute klassiekers, voor het overgrote deel echter hedendaagse werken die stuk voor stuk aantonen hoezeer het een levende filosofie is.
– ARISTOTELES, Ethica Nicomachea
Een fundament voor de westerse ethische traditie. Er wordt zowel theoretisch als praktisch een invulling gegeven aan deugdelijkheid van de mens in zowel handeling als levenshouding. Kennis van de deugden en overal de middenweg zoeken tussen onwenselijke uitersten zijn daarbij noodzakelijk. Aritoteles’ Ethica sluit naadloos aan bij de christelijke deugdenethiek. O.m. vertaald door Christine Pannier en Jean Verhaege.
– BAUDET, Thierry en Michiel VISSER (ed.), Conservatieve vooruitgang, 2010.
Een bundeling van inhoudelijke portretten van verschillende twintigste eeuwse filosofen. Naast enkele bekende en vanzelfsprekende namen zoals C.S. Lewis, T.S. Eliot en Robert Nisbet worden er ook filosofen besproken die slechts enkele raakvlakken hebben met het conservatisme, zoals Ludwig Wittgenstein. Het is een uitnodiging voor conservatieven om vérder te denken en lezen, dus enige basiskennis -en inzichten kunnen bijdragen aan de duidelijkheid. Verhandelingen van o.a. Theodore Dalrymple, Roger Scruton en Andreas Kinneging.
– BAUER, Raoul, BRAECKMAN, Antoon en Jacques DE VISSCHER (ed.), Onbehagen met de moderniteit. De revolte van de intellectuelen 1890-1933, 2001.
Een portret van de ‘Conservatieve Revolutie’ in brede zin aan de hand van standpunten van enkele figuren uit en in de marge van deze intellectuele stroming. Zo worden onder meer Martin Heidegger en Ernst Jünger naast elkaar gelegd en zijn er artikels over T.S Eliot, José Ortega Y Gasset, Carl Schmitt en Johan Huizinga.
– BODIFÉE, Gerard, God en het gesteente. Waarover religie en wetenschap spreken en zwijgen, 2007.
Hierin verdedigt natuurkundige en filosoof Gerard Bodifée het Nonoverlapping Magisteria-principe (NOMA), dat inhoudt dat religie en wetenschap elk een ander begrippenkader hebben en vermenging van de twee onwenselijk is. Pas door het gescheiden zien van beide kaders, is over zowel geloof als wetenschappelijke kennis een juiste opvatting mogelijk.
– BOON, Rudolf, Een progressieve conservatief. Edmund Burke als tijdgenoot, 2004.
Zeer vlot leesbaar boek over leven en werk van Edmund Burke (1729-1797), de ‘stamvader van het conservatisme’. Naast de standpunten van Burke komt ook de kritiek op hem door tijdgenoten aan bod. Erg summier in vergelijking met bijvoorbeeld het hoofdstuk over hem in Kirk’s Conservative mind, maar ideaal als heldere, eerste kennismaking.
– BURKE, Edmund, Reflections on the revolution in France, 1790.
Edmund Burke mag beschouwd worden als de grondlegger van het conservatisme als politieke filosofie. Vooral de Reflections zijn exemplarisch voor Burke’s afwijzen van abstracte ideologieën en de mogelijkheid tot ontaarding daarvan, zoals al snel zou duidelijk worden in het verdere verloop van de Franse Revolutie. Tegenover de abstractie plaatst hij de overgedragen traditie als leidraad. Geen gemakkelijk leesbaar boek, waardoor enige inleiding goed van pas komt. In 2002 verscheen een Nederlandstalige bloemlezing onder de titel Het wezen van het conservatisme, ingeleid door Bart Jan Spruyt.
– CICERO, De oratore, 55 v.Chr.
In De oratore laat Cicero enkele ontwikkelde Romeinen uit zijn tijd een levendige discussie houden over de eisen die men aan een goed redenaar mag stellen en over de opleiding die hij moet volgen om de idealen van de welsprekendheid zo dicht mogelijk te benaderen. Hij legt er de nadruk op dat beheersing van de retorische technieken niet voldoende is om goed te spreken, maar dat men ook over algemene ontwikkeling en een grondige kennis van zaken moet beschikken. O.m. vertaald als De ideale redenaar.
– DALRYMPLE, Theodore, Our culture, what’s left of it: The Mandarins and the masses , 2005.
Vlijmscherpe kritiek op het ontspoord-westerse leven in verschillende essays. Bestaat uit twee grote delen: kunsten en letteren en samenleving en politiek. Aan de hand van concrete voorbeelden uit de actueliteit en de ervaring van de auteur zelf wordt er op een zeer toegankelijke manier kritiek gegeven op progressieve opvattingen. Vertaald als Beschaving, of wat ervan over is.
– DALRYMPLE, Theodore, Life at the bottom: The worldview that makes the underclass , 2001.
Door het schetsen van schrijnende toestanden in de Engelse onderklasse, waar elke moraal is vervallen, toont Dalrymple de gevolgen aan van het al teveel afschuiven van de individuele verantwoordelijkheid. Dit is zonder meer het gevolg van progressief pamperbeleid en deculpabilisering. Vertaald als Leven aan de onderkant.
– DALRYMPLE, Theodore, In praise of prejudice: The necessity of preconceived ideas , 2007.
Het progressieve dogma dat alle vooroordelen negatief zouden zijn wordt hierin onderuit gehaald. Ons samenleven en onze wetenschappelijke kennis worden daarentegen geregeld door vooroordelen en zouden onmogelijk worden met de afschaffing ervan. Dalrymple toont ook de rampzalige gevolgen van het relativisme aan. Vertaald als Leve het vooroordeel!.
– De Bijbel
Een vanzelfsprekend boek voor conservatieven, hoewel de kennis ervan zienderogen afneemt. Vooral het Nieuwe Testament vormt nog steeds de belangrijkste grondslag van onze morele traditie en het Christendom.
– DE TOCQUEVILLE, Alexis, De la démocratie en Amérique, 1835 (vol I) – 1840 (vol II)
Eén van de belangrijkste politiek-filosofische werken voor onze tijd. In twee volumes, waarvan de eerste voornamelijk descripitief van karakter is, ging de Tocqueville aan de hand van het Amerikaanse voorbeeld de gevaren van de moderne democratie na. Hij voorzag onder meer een groei van het individualisme, de ontsporing van het gelijkheidsdenken en de mogelijkheid van de dictatuur van de meerderheid. Vertaald als Over de democratie in Amerika door Hessel Daalder en Steven van Luchene.
– ELIOT, Thomas Stearns (T.S), “Tradition and the individual talent”, in: The sacred wood. Essays on poetry and criticism, 1920.
In dit korte essay behandelt de conservatieve dichter T.S. Eliot het belang van de traditie in de poëzie, maar het is gemakkelijk toepasbaar op alle kunsten. Eliot pleit voor een gezond voortbouwen op de traditie, als alternatief voor ‘uit het niets’ beginnen of inspiratieloos kopiëren. De grote traditie moet niet tijds-of contextgebonden gezien worden, maar als een allesoverkoepelend en levend geheel, dat dynamisch blijft zolang men in de geest ervan handelt en vernieuwt. Samen met de rest van The Sacred Wood een prachtige verdediging en beschrijving van het begrip hoogcultuur.
– HENRIE, Marc C, A student’s guide to the core curriculum, 2000.
Het hedendaagse onderwijs blijft in gebreke voor het overdragen van de westerse intellectuele en literaire traditie. Studenten moeten dan ook zelf hun weg zien te vinden tussen al de meesterwerken. Marc Henrie geeft in dit boekje een overzicht en is daarom een onmisbare hulp voor conservatieve studenten.
– HUIZINGA, Johan, In de Schaduwen van morgen. Een diagnose van het geestelijk lijden van onzen tijd, 1935.
De bekende Nederlandse cultuurhistoricus schreef dit kritisch werk in een tijd waarin fascisme en communisme aan een opgang door Europa bezig waren. Deze ‘bezeten wereld’ was volgens hem veroorzaakt door een gebrek aan kritisch denk -en oordeelsvermogen en een kinderachtige culturele ingesteldheid. Voeg daarbij het loslaten van oprechte morele reflectie waar het het ‘Staatsbelang’ betreft en de parallelen tussen de crisis van het Interbellum en onze tijd worden akelig duidelijk.
– HUNTINGTON, Samuel, The clash of civilizations and the remaking of world order, 1996.
Eén van de invloedrijkste geopolitieke en culturele werken van na de Koude Oorlog. Huntington zag de toekomst van de wereld als een plaats waarin de voornaamste breuk –en samenwerkingslijnen langs beschavingen en hun gedeelde cultuur zouden lopen. Inzicht dat onmisbaar geworden is bij het beschouwen van de hedendaagse (wereld)politiek. Vertaald als Botsende beschavingen.
– KINNEGING, Andreas, “Het Conservatisme: kritiek van de verlichting en de moderniteit”, Philosophia reformata, 65/2, 2000.
Eén van de voornaamste hedendaagse Nederlandse conservatieven beschrijft in dit artikel het conservatisme in zijn meest essentiële vorm, zijnde het huldigen van ‘een pessimistisch mensbeeld’. Om de mens van zijn neiging tot het kwade te doen afzien is een continue terugkoppeling aan interne en extrene remmingen nodig, terug te vinden in de morele traditie. Op basis hiervan plaatst hij het conservatisme tegenover het verlichtingsdenken in de vorm van liberalisme en socialisme.
– KINNEGING, Andreas, Geografie van goed en kwaad. Filosofische essays, 2005.
Andreas Kinneging probeert in dit boek aanzetten te geven voor het nadenken over de goede samenleving en het goed leven, dat lang niet zo relatief is men het wel eens doet uitschijnen. Dat doet hij op basis van de klassieke deugdenethiek en kritische beschouwingen van zowel economie als staat. In deze hedendaagse klassieker staat steeds de traditie centraal en vormt zodoende een goed vertrekpunt voor conservatief oordelen.
– KIRK, Russel, The conservative mind. From Burke to Santayana, 1953.
Zeer invloedrijk werk van één van de belangrijkste conservatieven van de twintigste eeuw. Op basis van een diepgaande analyse van de voornaamste angelsaksische auteurs en politici wordt het conservatieve denken in de praktijk geïllustreerd. Hoewel Europa nauwelijks aan bod komt een erg relevant werk. Jammer genoeg weinig toegankelijk. Latere uitgaven dragen de ondertitel From Burke to Eliot.
– KIRK, Russel (ed.), The portable conservative reader, 1982.
Meer dan 700 bladzijden met teksten van bekende en minder bekende conservatieve denkers, ingedeeld volgens thema. Door de zeer verschillende invalshoeken die de teksten bieden nodigt Kirk de lezer uit tot kritische reflectie, wat deze reader tot interessant naslagwerk maakt.
– LEWIS, Clive Staples (C.S), The Abolition of Man, 1943.
In The abolition of man kant de christelijk conservatieve C.S. Lewis zich tegen het abstracte denken. Met het opbouwen van een ‘moraal’ op basis van wetenschap stelt de mens zich buiten de ‘Tao’, of de traditionale moraliteit die gebaseerd is op basisprincipes (‘waarheden’) die slechts door vooroordeel overgedragen kunnen worden. En daarmee, betoogt Lewis, schaft de mens zichzelf af. Vertaald als De afschaffing van de mens.
– NISBET, Robert, Conservatism. Dream and reality, 1986.
Standaardwerk over de inhoud van het conservatisme. Aan de hand van enkele grote conservatieve denkers als Edmund Burke en Alexis de Tocqueville schetst de auteur bondig de voornaamste zienswijzen van het conservatisme op de realiteit.
– ORTEGA Y GASSET, José, La Rebelión de las Masas, 1930.
Ortega Y Gasset beschrijft de tegenstelling tussen twee mensentypes. De massamens weigert zijn gedrag te toetsen aan moraal of hogere cultuur en leeft het leven dan ook zoals het ís, onder groeiende staatsmacht. Daar tegenover staat een minderheid die veel van zichzelf vergt en exellentie vereist in plaats van vervlakking. In de ontwortelde massa vonden communisme en fascisme uiteraard hun voedingsbodem. Geen literair meesterwerk, maar boordevol brandend actuele inzichten. Vertaald als De Opstand der Horden.
– PLATO, Politea, ca. 380 v.Chr.
In dit werk laat Plato Socrates een ideale staat schetsen. Zijn ideaalbeeld van een ‘aristocratische’ bestuursvorm lijkt in onze ogen eerder een totalitaire staat, maar bevat veel interessante inzichten over moreel en politiek leiderschap. Daarnaast worden ook minder ideale bestuursvormen besproken, allemaal in het licht van de zoektocht naar de ideeënwereld en het goede leven. O.m. Vertaald als De Staat (X. De Win) en Het Bestel (H. Warren/ M. Molegraaf).
– SCRUTON, Roger, A political philosophy, 2006.
Kan gelden als een handleiding en interessante aanzet tot discussie voor het hedendaagse conservatisme. Scruton haalt hier in heldere stijl argumenten aan voor een conservatieve houding inzake o.a. levensbeëindiging, de natiestaat, religie, relaties en onze omgang met dier en natuur.
– SCRUTON, Roger, An Intelligent Person’s Guide to Modern Culture , 1998.
Een algemene beschouwing van de belangrijkste momenten van neergang van onze cultuur de afgelopen eeuwen. Of hoe de scheppende verbeeldingkracht op basis van traditie in onze dagen door modernisten en epigonen ingeruild zijn geworden voor vervormende fantasie en inhoudsloze kitsch. Later heruitgegeven onder de titel Modern Culture. Vertaald als Moderne cultuur, een gids voor kritische mensen.
– SCRUTON, Roger, Culture counts: faith and feeling in a world besieged , 2007.
De onzin van de moderne kunst en het relativisme inzake cultuur heden ten dage worden hierin aangehaald. De herwaardering van tijdloze hoge cultuur is voor Scruton een noodzaak om ons weer te leren hoe we moeten oordelen en aanvoelen. Een prachtige hedendaagse conservatieve cultuurkritiek. Vertaald als Waarom cultuur belangrijk is.
– SPRUYT, Bart Jan, Lof van het conservatisme, 2003.
Na een hoofdstuk over het conservatisme in Nederland gaat Spruyt aan de hand van enkele bekende en minder bekende conservatieve denkers na hoe het conservatisme op verschillende manieren ingevuld kan worden, zowel op cultureel als staatkundig vlak. Onder anderen worden Edmund Burke, Alexis de Tocqueville, C.S. Lewis , Johan Huizinga en Roger Scruton besproken.
– VERBOVEN, Hans (red.), Continent op drift? Europese waarden in de schaduwen van morgen, 2010.
Op 16 en 17 april 2010 organiseerde het netwerk Pro Flandria een internationaal symposium over Europese waarden. Verschillende sprekers en andere auteurs laten in deze uitgave naar aanleiding van het symposium hun licht schijnen over het Europa van vroeger, vandaag en morgen. Niet altijd even diepgravend door de beperkte omvang, maar zeker een brede invalshoek die ver voorbij een cultuurpessimistische analyse gaat. Bijdragen door o.m. Boudewijn Bouckaert, Gerard Bodifée, Paul Cliteur, Ludo Abicht en Mgr. André-Joseph Léonard.
– VON DER DUNK, H.W., Conservatisme, 1976.
Een studie over het ontstaan en de verdere geschiedenis van het conservatisme tot aan het begin van de twintigste eeuw. Vooral interessant omwille van de analyse van de geschiedenis van het conservatisme per land, waardoor verschillende minder bekende (Europese) conservatieven ook aan bod komen.